Attentie: Wij werken alleen op afspraak.

Meer informatie bij een spoedgeval »

CT of MRI?

Met behulp van CT is een goede en vooral snelle indruk te verkrijgen over de schedel en de omringende structuren. Trauma van de schedel, extracraniële tumoren en abcessen en grote hersentumoren en hersenbloedingen zijn via CT op te sporen.

Voor een grondig hersenonderzoek is MRI evenwel de beste onderzoeksmethode. Met behulp van dit onderzoek zijn o.a. hersenoedeem. tumoren, encefalitis, meningitis, hematomen, infarcten, hydrocephalus, en Chiari-malformatie/syringomyelie op te sporen.

CASUS 1: Puck, Airedale terriër, 9 jaar, kan niet slikken

De 9 jarige Airedale terriër Puck was een hond van één van onze medewerkers.

Puck’s klachten begonnen met, zo leek het, overmatig speekselen. Eten en drinken ging aanvankelijk nog goed. Inspectie van mond-en keelholte leverde geen bijzonderheden op. Heel geleidelijk werd het kwijlen erger en op een gegeven moment viel op dat het lang duurde voordat een bakje water leeg geslobberd was. Ook het eten ging toen langzamer. Er waren duidelijk kauw- en slikproblemen, en toen een hernieuwd onderzoek van mond en keel niets opleverde werd besloten tot een MRI scan van de kop.

Bij dit onderzoek werd vastgesteld dat er een tumor aanwezig was in de rechterhelft van de pons en de medulla oblongata. De localisatie van de tumor in het gebied waar zowel N. trigeminus als N. hypoglossus ontspringen, verklaart het klachtenbeeld.

Niet lang na het MRI onderzoek werd Puck ge-euthanaseerd omdat zij vrijwel niet meer kon slikken. Er werd geen sectie verricht, waardoor weefseltypering niet gedaan kon worden. Differentieel diagnostisch moet sterk aan een glioom gedacht worden.

MRI-HOND
PUCK: FLAIR sequentie MRI. Transversaal aanzicht
MRI-HOND
PUCK: FLAIR sequentie MRI. Ventrodorsaal aanzicht

CASUS 2: Boy, een 4 jaar oude kruising Malteser met jeuk aan zijn oren en nek

Boy werd naar ons doorverwezen omdat hij constant jeuk aan zijn oren en nek had. Hij was al eens behandeld met oorzalf, maar zonder resultaat. Omdat hij ook pijnuitingen kreeg, en veel met zijn snoet over de vloer schuurde, dacht zijn dierenarts aan syringomyelie, een kwaal die vooral bekend is van de Cavalier King Charles Spaniel, maar ook bij nogal wat andere kleine rassen voorkomt.

  • Het MRI onderzoek leverde de volgende afwijkingen op:
  • Dilatatie van de laterale hersenventrikels
  • Dilatatie van 3e en 4e ventrikel
  • Hypoplasie van de fossa caudalis, met als resultaat een:
  • Hernia van cerebellumweefsel via foramen magnum (Chiari-lijkende malformatie)
  • Syringomyelie van het cervicale ruggenmerg

Boy werd na het stellen van de diagnose met het behandelprotocol vlgs Rusbridge terugverwezen naar zijn eigen dierenarts. Na het nodige ‘experimenteren’ bleek hij het uiteindelijk uitstekend te doen op gabapentine.

transversaal-hersenen
BOY: Transversaal T1 gewogen beeld met syrinx ter hoogte van C3
syringomyelie-behandelen
BOY: Sagittaal beeld (T1) met syringomylie van C2 tot voorbij C6

Altijd telefonisch bereikbaar via 0499 - 374 205